Diamant maaksel (‘cut’)

Het maaksel (‘cut’) behoort tot de Four C’s en is daarom een ​​van de belangrijkste criteria voor het bepalen van de kwaliteit van een diamant, omdat hij verantwoordelijk is voor de schittering. Bovendien moet men weten dat de regenboogkleurige schittering van een diamant, het zogenaamde vuur, het beste tot zijn recht komt bij een optimale slijpvorm.

De samenhang tussen het maaksel en het vuur van een diamant

Het is dankzij de hoge kleurverspreiding van diamanten dat ze fonkelen in het kleurenspectrum van de regenboog, met dien verstande dat ze een goede slijpvorm hebben. Van nature is een diamant kleurloos, maar door de verschillende mate van breking van de invallende lichtstralen komt daarmee de kleurrijke verscheidenheid aan kleuren tot stand. Als de slijpvorm echter te diep of te vlak is, gaat dit effect verloren. Alleen met de ideale verhoudingen beweegt het licht van facet naar facet en worden de prachtige kleuren in het oog van de gebruiker gereflecteerd.

Criteria voor een hoge slijpkwaliteit

Van bijzonder belang bij de beoordeling van de slijpvorm zijn de verhoudingen van de diamant en de verhoudingen van de facetten, de hoekverhoudingen en de dikte van de rondist. Het maakt ook uit hoe soepel en gelijkmatig de diamant is gepolijst.

De beoordelingsschaal

Slechts zeer weinig diamanten hebben de optimale slijpvorm (ideaal). Dergelijke edelstenen hebben een indrukwekkende schittering, omdat het licht er volledig door wordt weerspiegeld. Diamanten met een zeer goede slijpvorm hebben ook een prachtige uitstraling en wijken slechts in geringe mate af van de ideale afmetingen.